De aandacht voor de milieu-impact van gebouwen verschuift. Waar voorheen de focus vooral lag op materiaalgebonden emissies (zoals productie en transport), groeit in Europa nu de aandacht voor een breder perspectief: Whole Life Carbon (WLC).
Wat is Whole Life Carbon?
De WLC-methodiek kijkt naar de volledige levenscyclus van een gebouw, van winning van grondstoffen tot sloop en verwerking, en voegt daar ook de operationele emissies aan toe: de uitstoot die vrijkomt bij verwarming, koeling, ventilatie, verlichting en gebruik van installaties.
Waar huidige MPG-berekeningen vooral materiaalgebonden emissies meenemen, kijkt WLC integraal: bouwen én gebruiken worden samengebracht in één totaalplaatje van CO₂-uitstoot.
Daarmee wordt een gebouw niet alleen duurzaam in theorie, maar ook in praktijk.
Whole Life Carbon: Van rekensom naar klimaatdoel
De WLC-benadering wordt nadrukkelijk gekoppeld aan de klimaatdoelen van Parijs. De centrale vraag: hoeveel CO₂-uitstoot is er nog “beschikbaar” binnen het 1,5°C-begrotingspad, en past dit gebouw daar nog in?
Dat maakt de methodiek fundamenteel anders dan bestaande berekeningen. Het gaat niet meer alleen om vergelijken of optimaliseren, maar om het expliciet toetsen aan absolute klimaatgrenzen. Een gebouw kan dus technisch voldoen aan normen, maar alsnog ‘klimaatonhoudbaar’ zijn als het zijn CO₂-budget overschrijdt.
CSRD en transparantie over uitstoot
De Europese Commissie werkt momenteel aan richtlijnen waarin WLC-berekeningen een centrale rol gaan spelen. Dat sluit aan bij de bredere transparantieverplichtingen uit de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Grote bedrijven zullen verplicht worden om hun milieu-impact inzichtelijk te maken, waaronder de emissies van hun vastgoed.
Voor projectontwikkelaars, beleggers en bouwers betekent dit: carbon accounting wordt net zo vanzelfsprekend als financiële verslaglegging.
Biobased materialen krijgen opnieuw een impuls
Binnen WLC-berekeningen komt het voordeel van biobased materialen scherper naar voren. Omdat hout, hennep, vlas en andere natuurlijke bouwmaterialen in productie en verwerking veel minder emissies veroorzaken, bieden ze een significant voordeel op het totale emissieprofiel van een gebouw.
Daarbij komt het tijdelijke koolstofvastleggingseffect van hout (biogenic carbon) nadrukkelijker in beeld, wat gunstig is voor het resterende emissiebudget.
Met de komst van WLC ontstaat er dus een nieuw momentum voor houtbouw en andere biobased toepassingen.
Van pionierswerk naar norm
In landen als het VK, Frankrijk en Nederland wordt al gewerkt aan nationale kaders voor WLC. De Dutch Green Building Council (DGBC) publiceerde eerder al een Paris Proof methodiek die hierop vooruitloopt. Maar nu WLC verankerd raakt in Europese wetgeving, verandert de status van deze rekenmethodes: van pioniersinstrument tot beleidsinstrument.
Voor wie bouwt met oog op de toekomst, is WLC geen extra vinkje, maar een strategische koerswijziging. Het vraagt om andere keuzes in materiaal, ontwerp, installaties én gebruik.
De inzet: niet alleen minder uitstoot per gebouw, maar een gebouwde omgeving die binnen de planetaire grenzen blijft.
Whole Life Carbon geeft richting aan de gebouwde toekomst. Niet meer sturen op optimalisatie binnen losse bouwfasen, maar op het totale klimaatplaatje. Voor biobased materialen en houtbouw is dit opnieuw een kans om de standaard te worden.
Wil je meer weten over het laatste nieuws in de houtbouw? Klik dan hier!